Altijd al wat gehad met ‘instrumentale muziek’. Veel mensen hebben woorden nodig om bij een liedje betrokken te zijn. Ze herkennen zich in een tekstflard, identificeren zich met de vertolker van het nummer. Ik niet.
Integendeel: mijn verbeelding slaat veel meer op hol als ik geen woorden voorgeprogrammeerd krijg. Dat komt wellicht omdat mijn ouders heel veel instrumentale plaatjes in hun collectie hadden, die ik als opgroeiende knaap op zowel A als B kant inspecteerde. Ik smaakte alles: van de onbezorgde sound van Bert Kaempfert (de man van het “Kapitein Zeppos” en de “Dansende Waterlelies in de Efteling” kenwijsje) tot de exotische bouzouki- klanken van Mikis Theodorakis. Ik was daarom altijd blij als er een instrumentale hit de kop op stak.
In deze uitzending laat ik horen dat heel wat beroemde artiesten vaak grote hits scoorden als ze de microfoon even aan de kant schoven. Zoals Fleetwood Mac, The Korgis en Jonathan Richman. Of iets onverstaanbaars stamelden. Zoals Elton John of de grote Bob Dylan, geprezen om zijn teksten, maar zijn grootste hit scoorden hij wel in de Nederlanden met “Wigwam”, waarbij hij 3 minuten lang neuriet, wauwelt & improviseert.
In het tweede uur laat ik ook nog een handvol van die synthesizergrootheden horen, die toen erg in trek waren. Ook zij hadden geen woorden nodig. Er kwam zelfs een speciaal radioprogramma voor “muziek uit de kosmos” en dat was alleen toegankelijk voor beroemdheden als Tangerine Dream, Tomita en Klause Schulze. Wie dacht dat alleen Jean-Michel Jarre en Vangelis met de scepter zwaaiden in dat elektronische muziekgenre zal verrast opkijken iets na half twaalf.
Michel Follet