
Ik ben dol op goede zangstemmen. Ik zal wel ouderwets zijn, maar ik kan onmogelijk genieten van stemmen die voortdurend naast de toon zitten of waar alleen geluid uit komt als er eerst een fles whisky door dat keelgat moest vloeien. Ik noem wijselijk geen namen.
De zanger van Wet Wet Wet had zo’n geoliede stem die me onmiddellijk charmeerde. Hij kon moeiteloos elke notenbalk aan zonder dat te dik in de verf te zetten en als je goed luistert, zitten die nummer van Wet Wet Wet behoorlijk complex in elkaar, ook al werden ze vaak afgedaan als ‘ballades voor verliefde tieners’. Het bewijs blijf je horen: “Angel Eyes”, “Goodnight Girl” en “Love Is All Around” klinken ruim 25 jaar na datum tijdloos. Het succes bleef een tijd duren, kwam plots helemaal terug (door de film “Four Weddings and A Funeral”) en ging toen om onverklaarbare reden helemaal de dieperik na de release van hun album “10” in 1997.
En laat dat nu net de plaat zijn waarvoor ik herwaardering vraag in deze album connection. Het leverde nog wel een typisch Wet Wet Wet hitje op “If I Never See You Again”, maar dat was onvoldoende om het volledige album op de kaart te zetten. Tot drie keer toe, gaat Marti Pellow op die CD het gevecht aan met een volledige orkestbak en die big band sound ging hem perfect af. Waarom dan toch Robbie Williams en niet hij met min of meer dezelfde formule jaren later wel zou scoren, blijft een raadsel.
In de showbusiness moet je vaak op het juiste moment iets heruitvinden. Nog een andere geweldige pure popsong op “10” is “Strange” maar ook dat bracht Wet Wet Wet niet terug in de hitparade. Het album circuleert geregeld in de koopjesbakken. Een goede raad: niet laten liggen. Het is een verrukkelijke en gevarieerde plaat waarop Marti Pellow bewijst dat hij één van de mooiste soulstemmen van de jaren 80 en 90 had.
Michel Follet